De Prins Bernhardlaan | naam ter discussie

Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeld, geboren als Bernhard Friedrich Eberhard Leopold Julius Kurt Carl Gottfried Peter Graf von Biesterfeld (1911–2004), was de echtgenoot van koningin Juliana der Nederlanden. Om die reden werd rond 1939 zijn naam verbonden aan een te ontwikkelen straat in wat nu de Beatrixbuurt is. De Duitse bezetter veranderde de naam in 1942 in Jan Pieterszoon Coenlaan. In 1945 werd dit weer ongedaan gemaakt.

In 2023 ontstond discussie over deze straatnaam, nadat (definitief) bekend werd dat prins Bernhard in de jaren '30 lid was geweest van de NSDAP, nadat eerder al bekend was geworden dat hij lid was van de Duitse WA en SS. In het begin van de jaren dertig, toen de NSDAP van Adolf Hitler aan de macht kwam, woonde hij in Berlijn. Het is in die tijd dat Bernhard lid was van de nazi-partij. In 1935 leerde hij de latere koningin Juliana kennen, met wie hij in 1937 trouwde. Blijkbaar wisten de Duitsers in 1942 niets van zijn NSDAP-lidmaatschap, want waarom zouden ze anders de straatnaam hebben willen veranderen? Prins Bernard ontpopte zich na 1939 als bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten en oud-militairen liepen (en lopen) weg met hem. Zouden we de straat nu liever weer Jan Pieterszoon Coenlaan willen noemen?


Jan Pieterszoon Coenlaan | 1942-1945

Op deze kaart uit 1942 zie je de Pieterszoon Coenlaan lopen (onder het midden). Bron: Gemeentearchief Ede.

Jan Pieterszoon Coen. Bron: Wikipedia.

De Duitse bezetter had in 1942 de namen in de Beatrixbuurt veranderd. Namen van het toenmalige Oranjehuis waren niet meer toegestaan. Zo werd de Margrietlaan 'de Ruyterlaan' en de Beatrixlaan 'W. de Zwijgerlaan'. De Prins Bernhardlaan werd zo 'Jan Pieterszoon Coenlaan'. Zie hiervoor het kaartje.

Maar wie was Jan Pieterszoon Coen?

Jan Pieterszoon Coen (Hoorn, 8 januari 1587[1] – Batavia, 21 september 1629) was een Nederlands koopman, boekhouder-generaal (1613), directeur-generaal (1614) en vanaf 1617 de vierde gouverneur-generaal over alle bezittingen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) buiten de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Zijn bekendheid is onder meer te danken aan het behalen van een monopolie op de lucratieve nootmuskaathandel in 1612 en het stichten van de handelspost Batavia in 1619, wat uitgroeide tot de hoofdstad van Nederlands-Indië (het tegenwoordige Jakarta).

Zijn heldenstatus wordt bekritiseerd, vooral vanwege zijn bloederig gewelddadige optreden op de Banda-eilanden waarbij hij een handelsmonopolie verkreeg voor nootmuskaat, foelie en kruidnagel. Hij kreeg hierdoor de bijnaam 'slachter van Banda'. In een brief naar de VOC schreef hij later "(...) we kunnen geen handeldrijven zonder oorlog, of oorlog drijven zonder handel". In Batavia werd op 4 september 1876 aan de voorkant van het paleis te Weltevreden een standbeeld van Coen onthuld. Landsarchivaris en mede-directeur van het Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen J.A. van der Chijs (1886) bekritiseerde deze beslissing: "Ware voor Coen niet reeds een standbeeld opgerigt, ik betwijfel of zulks nog zoude verrijzen. Aan zijn naam kleeft bloed."

In Nederland zijn er verschillende monumenten en vele straten die aan Coen herinneren, zoals in Utrecht, Rheden, Den Bosch en IJmuiden. Het bekendste beeld is het negentiende-eeuwse bronzen standbeeld in Hoorn, met daarop de woorden 'Dispereert niet'. Het beeld is in 1887 vervaardigd door Ferdinand Leenhoff en staat sinds 1893 op de Roode Steen.Na een burgerinitiatief werd meer dan honderd jaar later, in juli 2011, in de gemeenteraad van Hoorn gestemd over het wijzigen of aanvullen van de tekst op de sokkel. Op 13 maart 2012 besloot de gemeenteraad van Hoorn aan het standbeeld een uitgebreide tekst in het Nederlands en Engels toe te voegen waarin gemeld wordt dat Coen omstreden is, onder meer door zijn optreden op Banda. De nieuwe tekst werd op 12 april 2012 geplaatst. Vermeld wordt niet alleen dat hij wordt gezien als krachtdadig en visionair bestuurder, maar dat hij "evenzeer wordt bekritiseerd om zijn gewelddadig optreden". En: "Volgens critici verdient Coens gewelddadige handelspolitiek in de Indische archipel geen eerbetoon." Bron: Wikipedia.

Conclusie
Discussie over een Jan Pieterszoon Coenlaan hoeven we in Ede gelukkig niet te voeren. Die heet sinds 1945 (weer): Prins Bernhardlaan. Maar of we daar dan weer blij mee moeten zijn?