Hoe zat dat? Dr. Hartog en de ENKA-fabriek

We hebben in Ede de Dr. Hartogsweg en de Hartogshof. Maar wie was deze man? In 1911 richtte hij de N.V. Nederlandse Kunstzijdefabriek op in Arnhem, met als doel kunstzijde­productie in Nederland mogelijk te maken. Hartogs had de ambitie een “model­fabriek” te vestigen, met aandacht niet alleen voor de productie maar ook voor arbeidsomstandigheden en sociale voorzieningen. Die fabriek bouwde hij in Ede: de ENKA-fabriek. Online zijn vrijwel geen afbeeldingen van de man te vinden.

 


Dr. Jacques Coenraad Hartogs was een Nederlandse scheikundige en ondernemer die een belangrijke rol speelde bij de opkomst van de kunstzijde-industrie in Nederland. Hij werd geboren in 1879 en promoveerde in 1910 op een proefschrift over de nitrering van aniline. Hij was dus geen dokter, maar een doctor. Hartogs was niet alleen een begaafd wetenschapper, maar ook een visionair ondernemer. Hij zag vroeg de mogelijkheden van kunstzijde, een nieuw product dat aan het begin van de twintigste eeuw in opkomst was als alternatief voor echte zijde.

In 1911 richtte hij de N.V. Nederlandsche Kunstzijdefabriek op in Arnhem. Deze fabriek, beter bekend onder de naam ENKA, was bedoeld om de productie van kunstzijde in Nederland mogelijk te maken en onafhankelijk te worden van buitenlandse leveranciers. De onderneming groeide snel, mede dankzij de toenemende vraag naar kunstzijde in de textielindustrie. Rond de Eerste Wereldoorlog werd uitbreiding noodzakelijk, omdat de Arnhemse vestiging te klein werd om aan de vraag te voldoen.

Hartogs begon toen plannen te maken voor een nieuwe, grotere fabriek. Zijn keuze viel uiteindelijk op Ede, dat in die tijd nog een betrekkelijk klein dorp was aan de rand van de Veluwe. In 1919 schreef hij een brief aan de gemeente Ede, waarin hij verklaarde bereid te zijn daar een fabriek te bouwen, op voorwaarde dat de gemeente zou meewerken aan de bouw van woningen voor de arbeiders en de middenstand. Hij hechtte namelijk veel waarde aan goede woon- en leefomstandigheden voor zijn personeel, wat voor die tijd een vooruitstrevend standpunt was.

Prins Hendrik op bezoek bij Dr. Hartog in 1927. Het toont het belang van de ENKA-fabriek in die tijd. Bron: Gemeentearchief Ede.

Dr. Hartog. Bron onbekend.


De locatie aan de zuidkant van Ede, op de heidegronden van Schraaljammer, werd gekozen vanwege het schone water, de nabijheid van de spoorlijn en de gunstige grondprijs. In 1922 begon de productie in de nieuwe fabriek. Het imposante fabriekscomplex, ontworpen door architect jhr. J.M. van den Bosch, was modern voor zijn tijd en herkenbaar aan de karakteristieke zaagdaken. Al binnen enkele jaren groeide de ENKA in Ede uit tot een van de grootste werkgevers van de regio. In 1923 werkten er al meer dan duizend mensen; tegen 1930 waren dat er ruim vijfduizend.

Hartogs was niet alleen een industrieel, maar ook een sociaal hervormer. Hij vond dat een fabriek verantwoordelijkheid droeg voor het welzijn van haar medewerkers. Daarom liet hij bij de ENKA woningen bouwen voor het personeel, wat leidde tot de ontwikkeling van het Tuindorp Vooruit, een woonwijk met voorzieningen en ruimte voor gezinnen. Daarnaast stimuleerde hij sportverenigingen en recreatiemogelijkheden, en stelde hij een bedrijfsarts aan om de gezondheid van de arbeiders te waarborgen — iets wat in die tijd nog zeldzaam was.

De komst van de ENKA veranderde het karakter van Ede ingrijpend. Wat ooit een rustig Veluws dorp was, groeide in korte tijd uit tot een industriestad met een bloeiende gemeenschap rond de fabriek. De ENKA werd niet alleen een bron van werkgelegenheid, maar ook een centrum van sociaal leven en vooruitgang. Dr. Hartogs overleed in 1932, maar zijn nalatenschap bleef decennialang zichtbaar in Ede. Zijn visie op ondernemerschap, waarin economische groei hand in hand ging met maatschappelijke verantwoordelijkheid, maakte hem tot een van de opmerkelijkste industriëlen van zijn tijd.

ENKA-fabriek in aanbouw in 1920. Bron Gemeentearchief Ede.