Huis Doorn | museum op de Utrechtse Heuvelrug

Huis Doorn is een historisch landhuis in het dorp Doorn (gemeente Utrechtse Heuvelrug), vooral bekend als de woonplaats van de laatste Duitse keizer, Wilhelm II, die er na de Eerste Wereldoorlog in ballingschap leefde. De geschiedenis van het huis zelf gaat echter veel verder terug.


De oorsprong van Huis Doorn ligt in de 13e eeuw, toen er op deze plek een versterkt huis (een zogenaamde spieker of kleine burcht) stond. Dit huis werd later meerdere malen verbouwd en uitgebreid. In de 17e eeuw kreeg het de vorm van een statig buitenhuis, eigendom van welgestelde Utrechtse families. Rond 1800 werd het gebouw ingrijpend gemoderniseerd in de stijl van de neoclassicistische buitenplaats die we vandaag kennen: een wit gepleisterd, symmetrisch landhuis met een park in Engelse landschapsstijl.

Het landgoed kwam in handen van verschillende families, waaronder de Van Heeckeren en de Van Brienen. In 1918 was het eigendom van baronesse van Heemstra, die het later zou verkopen aan de gevluchte Duitse keizer.

Wilhelm II

Na de nederlaag van Duitsland in november 1918 vluchtte keizer Wilhelm II (1859–1941) naar Nederland om aan vervolging te ontkomen. De Nederlandse regering, onder koningin Wilhelmina, verleende hem politiek asiel, hoewel dat internationaal veel discussie opriep.

Aanvankelijk verbleef Wilhelm in Amerongen, bij graaf Godard Bentinck op Kasteel Amerongen. Daar ondertekende hij op 28 november 1918 officieel zijn afstand van de Duitse troon. In 1920 verhuisde hij naar Huis Doorn, dat hij had aangekocht met geld dat uit Duitsland was overgebracht via diplomatieke wegen. Wilhelm II leefde in Huis Doorn als een vorst in miniatuur. Hij liet het huis volledig inrichten met meubels, kunstwerken en persoonlijke bezittingen die uit zijn paleizen in Duitsland waren overgebracht — in totaal meer dan 59 treinwagons vol spullen. Alles werd minutieus geordend zoals in de keizerlijke residenties.

Hoewel hij officieel geen politieke rol meer speelde, bleef Wilhelm zich interesseren voor de Duitse politiek en schreef hij talloze brieven, memoires en pamfletten. Hij bleef uitgesproken monarchistisch en had een nostalgisch verlangen naar de “oude orde”. Zijn houding tegenover het nazi-regime was dubbelzinnig: aanvankelijk zag hij Hitler als iemand die Duitsland herstelde, maar later, na de moord op zijn neef in 1934 (de Nacht van de Lange Messen), nam zijn sympathie sterk af. Hij leidde verder een teruggetrokken leven, gewijd aan wandelen in het park, hout hakken (zijn favoriete bezigheid), en het ontvangen van enkele Duitse bezoekers en trouwe volgelingen. Wilhelm II overleed op 4 juni 1941 in Huis Doorn. Hij werd bijgezet in een mausoleum op het landgoed, in een pruisische sarcofaag. Hij had bepaald dat hij pas naar Duitsland mocht worden overgebracht wanneer het land weer een monarchie zou zijn — wat tot op heden niet is gebeurd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog lieten de Duitse bezetters Huis Doorn grotendeels ongemoeid, uit respect voor de keizer. Na de oorlog werd het landgoed door de Nederlandse staat geconfisqueerd als vijandelijk bezit, omdat het officieel toebehoorde aan een Duitser.


WO I

Het WO I-paviljoen bij Huis Doorn is een modern tentoonstellingsgebouw dat onderdeel vormt van het museumcomplex op het landgoed. Het werd geopend in 2014, precies honderd jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, en is bedoeld om de Nederlandse én internationale kant van die oorlog te belichten — een periode waarin Nederland officieel neutraal bleef, maar wel sterk werd beïnvloed door de gebeurtenissen in Europa.

Het paviljoen staat naast het historische huis en fungeert als een aanvullend museumdeel. Waar Huis Doorn zelf vooral het persoonlijke leven van keizer Wilhelm II in ballingschap laat zien, richt het WO I-paviljoen zich op de context van de oorlog: de politieke spanningen, het dagelijks leven in Nederland tussen 1914 en 1918, en de gevolgen voor burgers, vluchtelingen en militairen.

Binnen is een permanente tentoonstelling ingericht onder de titel “Nederland en de Eerste Wereldoorlog”. Daarin komen thema’s aan bod als de mobilisatie van het Nederlandse leger, de opvang van Belgische vluchtelingen, de economische blokkade, spionage, en de invloed van propaganda en censuur. Het paviljoen maakt duidelijk dat neutraliteit niet betekende dat Nederland onberoerd bleef: er was voedselschaarste, er heerste angst voor oorlog, en honderdduizenden vluchtelingen trokken het land binnen.

Foto's: (c) Allard Bijlsma.